Sinds Ik heb besloten om zo eerlijk mogelijk te zijn, heb al heel wat meer contact gemaakt. Zo sprak ik gisteren in de supermarkt een oude man aan:

- Pardon meneer, maar u heeft iets in uw mondhoek.

O! Ach! Nou bedankt. Goed dat u het zegt, anders liep ik voor schut.

- Graag gedaan hoor. Ik heb het liefst ook dat mensen zoiets zeggen.

Ja inderdaad. Nou bedankt. Fijne middag.

- O nog iets.

Wat?

- Eh... Het is beter als u uw neus snuit. Want ik zie eh...

O, ai, wat genânt toch. Ja ik ben flink verkouden en in de haast lette ik daar niet op. Maar wel bedankt hoor.

- Ja en als ik toch bezig ben: er groeit een haar uit uw neus, uw bril staat scheef, uw wenkbrauwen zijn vergegroeid, uw wangen zitten vol meeëters, u heeft gemorst op uw kraag, uw borsthaar schijnt door uw blouse en uw buik komt eronderuit, onder uw oksels zijn zweetplekken, u kamt uw laatste slierten haar over uw kalende schedel, u ruikt naar mijn wasmand, uw stemgeluid is zeurderig nasaal en u begint steeds roder te worden.

En plotseling rende hij weg. Jammer. Ik had net zin in een praatje en het leek me best een aardige vent. Zo beleefd en dankbaar.

Comments