Op de rand van het bed ben als een volle stofzuigerzak.
Tegenover het kassameisje ben ik meer een heliumballon. In de lift omhoog ben ik een wilg. Omlaag weer een bloesemboom.
In de regen ben ik een worm.
Zulke momenten hebben niks te maken met vreugde, angst of liefde. Het gevoel dat ik besta, hier en nu, laat zich niet vatten in abstracties, maar herken ik in simpele dingen. Een papierprop heeft meer betekenis dan het woord 'introvert'.
Mijn hele leven voelt als een bezoek aan de rommelmarkt.
En dan flitst het door me heen: ik kan niet de enige zijn. Er zijn vast meer mensen die zich voelen als dingen. Kijkend naar de spullen in mijn huis vraag ik me af: wie zou zijn bestaan nu beleven als een taart, een teddybeer of een druif?
Plotseling raken de dingen bezield. De taart is bezet. Een enkeling heeft de aardappelzak ontdekt. De donkere wolkenlucht is overbevolkt. De kat van de buren, luierend in de vensterbank, bevat ieder die net thuis komt.
Iedereen voelt zich als iets en alles raakt bezield en het is me allemaal even veel te veel.
Dus ik kruip weer in de stofzuigerzak.
Die is van mij.
Dat ben ik.